Cursussen/Courses Codesnippets     Top 
Small Basic - Voorwaarden


1. Voorwaarden

Een programma is een opeenvolging van instructies. Deze instructies worden na elkaar uitgevoerd. Het programma stopt aan het einde van de laatste instructie.

Je kan aangeven welke instructies worden uitgevoerd door in het programma een aantal beslissingen of voorwaarden in te bouwen.

Een voorwaarde bepaalt het verdere verloop van jouw programma.

Zo kan je in jouw programma bijvoorbeeld een voorwaarde inlassen die nagaat op welk tijdstip het programma wordt uitgevoerd. Als het in de morgen is kan je dan de tekst "Goedemorgen" op het scherm tonen, als het na de middag is kan je dan de tekst "Goede namiddag" op het scherm tonen.



2. If... then... endif

Het begin van een voorwaarde geef je aan door het woord "If" (als). Daarna typ je de voorwaarde en dan het woord "Then" (dan). In de volgende programmaregels kan je dan instructies plaatsen die worden uitgevoerd als de voorwaarde "true" (waar) is. Je sluit de voorwaarde op een volgende programmaregel af met het woord "EndIf" (einde als).

De voorwaarde zet je best tussen haakjes. Je kan ook meerdere voorwaarden samenvoegen en laten testen. Hierbij maak je gebruik van een logische bewerkingsoperator (And en Or). Bij de "And" bewerking moeten beide voorwaarden "waar" zijn en bij de "Or" bewerking moet 1 van beide voorwaarden "waar" zijn.



3. If... then... else... endif

Je kan in jouw programma ook aangeven welke instructies er moeten uitgevoerd worden als de voorwaarde "false" (niet waar) is. Je plaatst dan na de instructies van het "true" (waar) gedeelte het woord "Else" (anders). In de programmaregels na dit woord zet je dan de instructies als de voorwaarde "false" (niet waar) is.

Een voorbeeld:

In dit programma wordt door de gebruiker een getal ingegeven. Het programma berekent de restwaarde na deling door 2 van het getal. Als de restwaarde 0 is dan is het getal even anders is het getal oneven.

Je kan commentaar in jouw programma zetten door ervoor een enkelvoudig aanhalingsteken ('-teken) te plaatsen.

Programmaregels met instructies die na "If" of na "Else" moeten uitgevoerd worden kunnen ook nieuwe voorwaarden bevatten.



4. Oefeningen

1. Er worden 2 getallen ingegeven. Als getal 1 groter is dan of gelijk aan getal 2 dan mag je getal 2 aftrekken van getal 1 en het resultaat van die bewerking tonen in een tekstvenster. Anders moet je een melding tonen in het tekstvenster waarbij je aangeeft dat het resultaat negatief zal zijn. (programma naam: getallen_vergelijken)

2. Er worden 2 woorden ingegeven. Bepaal van elk woord de lengte door gebruik te maken de bewerking "GetLength" van het object "Text" (bvb. lengte1 = Tekst.GetLength(woord1)). Gebruik dan voorwaarden om te bepalen of de lengte van het eerste woord kleiner dan, groter dan of gelijk aan de lengte van het tweede woord is. Aan het einde van het programma geef je een melding in het tekstvenster. (programma naam: woorden_vergelijken)

3. Uitbreiding programma faktuurlijn. De klant krijgt een korting van 3 % op het bedrag van de goederen als dit bedrag groter is dan 100 euro. Toon in een tekstvenster ook het bedrag van de korting. (programma naam: faktuurlijn_uitbreiding)