3. Relaties
Bij een relatie met attributen wordt er telkens een nieuwe tabel aangemaakt.
Enkele voorbeelden:
1-op-1 met attributen:
De nieuwe tabel bevat alle attributen (velden) en refererende sleutels naar de primaire sleutel van de 2 tabellen. Er wordt meestal in deze nieuwe tabel een nieuwe primaire sleutel voorzien (i.p.v. de primaire sleutel van 1 van de tabellen).
1-op-veel met attributen:
In de nieuwe tabel kan de primaire sleutel een refererende sleutel zijn naar de primaire sleutel van de 1-kant tabel.
Veel-op-veel met attributen:
De nieuwe tabel bevat refererende sleutels naar de primaire sleutel van de beide tabellen. Ook hier wordt meestal een nieuwe primaire sleutel gekozen voor de nieuwe tabel (i.p.v. een samengestelde primaire sleutel).